Gastro-enteritis

Bij de meeste acute gastro-intestinale infecties is er géén indicatie om gezonde mensen met antibiotica te behandelen. Bij ernstige of langdurige ziekteverschijnselen of bij patiënten met een ernstige onderliggende ziekte, kan antibiotische therapie aangewezen zijn.

Bron: SWAB richtlijn 2023: 'Antimicrobiële therapie voor acute infectieuze diarree'

Verwekker onbekend

Community acquired diarree en diarree bij reizigers bij terugkeer in Nederland

alleen behandelen in geval van aanhoudende of hoge koorts, bij diarree met bloedbijmenging (dysenterie), bij patiënten met endovasculair kunstmateriaal en bij immuungecompromitteerde patiënten

1e keuzeazitromycine1 dd500 mgp.o.3 dagen
alternatieferytromycine4 dd500 mgi.v.5 dagen
+ceftriaxon1 dd2000 mgi.v.5 dagen
  • zowel fecesdiagnostiek inzetten als bloedkweken afnemen bij patiënten met endovasculair kunstmateriaal en/of bij immuungecompromitteerde patiënten die voor behandeling moeten worden opgenomen
  • indien een intraveneuze behandeling binnen de behandeltermijn van 5 dagen wordt omgezet naar een orale behandeling, dan aanvullend een volledige orale behandeling geven met azitromycine

Verwekker bekend

Campylobacter jejuni/coli

in principe geen antibiotica, antibiotische behandeling is alleen geïndiceerd in geval van gecompliceerd verlopende infecties, de infectie is meestal self-limiting

1e keuzeazitromycine1 dd500 mgp.o.3 dagen
alternatieferytromycine4 dd500 mgi.v.5 dagen

Salmonella spp. (non-typhi)

geen behandeling, tenzij ernstige infectie 

1e keuzeazitromycine1 dd500 mgp.o.3 dagen
alternatiefceftriaxon1 dd2000 mgi.v.5 dagen

indien immuungecompromitteerd en/of endovasculair kunstmateriaal in situ altijd behandelen:

1e keuzeazitromycine1 dd500 mgp.o.2 weken
alternatiefceftriaxon1 dd2000 mgi.v.2 weken

Dragerschapsbehandeling Salmonella (indien na 6 weken nog uitscheiding van Salmonella plaatsvindt)

bij bewezen gevoeligheid:

1e keuzeciprofloxacine2 dd500 mgp.o.4 weken
  • 3 weken na behandeling controle middels fecesdiagnostiek

Salmonella typhi

Let op: maag-/ darmklachten staan zelden op de voorgrond. Beginnen met antibiotica na afname van bloed-, faeces- en urinekweek. De kweekresultaten zijn erg belangrijk wegens toenemende resistentie en eventueel aanpassen van de antibiotische therapie.

1e keuzeceftriaxon1 dd2000 mgi.v.2 weken

bij bewezen gevoeligheid:

alternatiefciprofloxacine2 dd500 mgp.o.2 weken

Shigella spp.

geen behandeling, tenzij ernstige infectie 

1e keuzeazitromycine1 dd500 mgp.o.3 dagen 
alternatiefceftriaxon1 dd2000 mgi.v.5 dagen

indien immuungecompromitteerd (inclusief HIV patiënten) altijd behandelen:

1e keuzeazitromycine1 dd500 mgp.o. 7 dagen
alternatiefceftriaxon1 dd2000 mgi.v.7 dagen

Yersinia enterocolitica

geen behandeling, tenzij ernstige infectie en/of immuungecompromitteerd

1e keuzeciprofloxacine2 dd500 mgp.o.5 dagen

Shiga-toxine producerende E. coli (STEC)
in principe geen antibiotica