Profylaxe tetanus

Zie ook protocol op https://lci.rivm.nl/richtlijnen/tetanus

Bij elke traumatische verwonding dient te worden nagegaan of tetanusprofylaxe toediening noodzakelijk is. Het gaat er niet om hoe ernstig de verwonding is. Bij elke verwonding waarbij contact is geweest met grond, is er risico op besmetting met de bacterie die tetanus veroorzaakt. De gevolgen van een besmetting kunnen worden bestreden met tetanus-immunoglobuline (TIG). Het tetanusvaccin (toxoid) wordt toegediend indien (her)vaccinatie noodzakelijk is.

Hieronder staat aangegeven wanneer toediening van tetanus-immunoglobuline nodig is en wanneer eventueel (her)vaccinatie noodzakelijk.

Tetanusprofylaxe is geïndiceerd bij:

  • Bekend niet-gevaccineerd
    • TIG (250 IE = 2 ml) i.m. plus tetanusvaccin (toxoid op 0, 1 en 7 maanden)


  • HIV-geïnfecteerden met een slechte immuunrespons na vaccinatie en andere immuungecompromitteerden
    • TIG (250 IE = 2 ml) i.m. plus tetanusvaccin (toxoid op 0, 1 en 7 maanden)


  • Bekend onvolledig gevaccineerd
    • TIG (250 IE = 2 ml) i.m. plus tetanusvaccin (toxoid op 0, 1 en 7 maanden)
    • kinderen jonger dan 14 maanden: TIG en aanvullen van ontbrekende vaccinaties


  • Vermoedelijk gevaccineerd
    • Mannen geboren vóór 1936: TIG (250 IE = 2 ml) i.m. plus éénmalig tetanusvaccin (toxoid)
    • Vrouwen geboren vóór 1950: TIG (250 IE = 2 ml) i.m. plus éénmalig tetanusvaccin (toxoid)
    • Overigen ouder dan 20 jaar: éénmalig tetanusvaccin (toxoid)


  • Volledig gevaccineerd en laatste vaccindosis meer dan 10 jaar geleden
    • éénmalig tetanusvaccin (toxoid)


  • Indien volledig gevaccineerd en laatste vaccindosis korter dan 10 jaar geleden
    • geen profylaxe toedienen